I. en ik zitten in de Duitse stad in de kroeg waar iedereen zit. Dat wil zeggen: twaalf van de zesduizend inwoners. Iedereen kent elkaar en achter de bar staan twee meisjes van een jaar of twintig waar iedereen naar luistert. Tegenover ons, onder een scherm met Uruguay – Costa Rica, zitten twee kerels in carnavalskledij. Stomdronken, de één iets erger dan de ander, ze krijgen ruzie in slowmotion. Hun decoraties rinkelen op hun borst (medailles, emaille zwarte katten). Hun steken met de belletjes erop hebben ze op tafel gezet.
Eén van die kerels hebben we eerder gezien, toen zijn tred nog trefzeker was en we hadden ons afgevraagd waar hij heen ging omdat het geen carnaval kon zijn. Het antwoord kwam in de vorm van alom aanwezige aanplakbiljetten: in alle dorpen in de omgeving worden rond deze tijd Schützenfesten gehouden, schuttersfeesten waarbij het niet zo ontzettend meer om het geschut gaat.
De Schützenfesters graaien onvast naar elkaars koppen en schelden elkaar uit voor Arsloch en Weib….
Lees verder op Tirade.
Vond je dit interessant?