De Revisor en SLAA (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam, niet de saladebar) koppelden drie schrijvers in een buitenland aan drie schrijvers uit Amsterdam om te corresponderen. Deze maand schrijven Sander Kollaard (Kumla Prästgård, Zweden) en ik brieven. Je kunt ze hier lezen.
Uit Sanders eerste brief:
Hier begroeten we familie en vrienden niet met zoenen, zoals in Nederland, maar met een omhelzing. Dat heb ik altijd erg sympathiek gevonden. Omdat de intimiteit ervan is losgehaakt van elke erotiek, heeft ze iets onbekommerds, iets bonobo-achtigs ook, want iedereen omhelst iedereen. Maar nu dus niet meer. We blijven op afstand en herinneren ons de omhelzingen en voelen een verdriet waar we niet direct woorden voor hebben en waar we ons bovendien meteen overheen zetten, want we moeten nu even flink zijn.
Uit mijn antwoord:
Ik woon alleen, ik mis het aanhalige. Op sommige dagen lijkt het net of er uit pure aanraakwanhoop extra armen uit m’n lichaam zullen groeien, rijen armen, tot ik een soort duizendpoot ben, of zo’n tentakelige anemoon die alles vangt wat argeloos langsdrijft.
Vond je dit interessant?